1700 – 1800 Hoog Wolfheesen

In 1710 werd besloten om de grenzen van de Heerlijkheid Doorwerth definitief vast te stellen na de nodige grensverschillen. Dit wordt uitgebreid beschreven in het Groot Gelders Placaetboek III en zo komen we in 1712 voor het eerst erf Hoog-Wolfhees tegen, want dit ligt vlak bij de grens van de Heerlijkheid. De grens van de Heerlijkheid “loopt tot op den ouden Utrechtsen weg, dien ten noorden langs de beek na Heelsom loopt, sodanig dat het erf Hoog-Wolfhees sal gelaten worden onder de jurisdictie van den Doreweert.”  

kaart
Het erf Hoog Wolfheesen (137) op een uitsnede van een kaart van 1756. Zie ook Knolle Kamp (135) met schaapschot aan de oude weg (Schelmseweg) Arnhem-Wageningen. De naam Knolle Kamp bestond toen al.

De Heerlijkheid Doorwerth was via vererving in bezit gekomen van Charlotte Sophia van Aldenburg. Deze vrouwe van Doorwerth, Varel en Kniphausen trouwde in 1733 met Willem graaf Bentinck van Rhoon. In 1739 verwierf Willem graaf Bentinck (1704-1773) van kasteel Doorwerth het erf en goed van voormalig Hof van Wolfheze met de Doorwerthse heide in eeuwigdurende erfpacht.[1] Deze Willem Bentinck was dus verpachter van de boerderij in het gebied wat toen Hoog-Wolfheesen werd genoemd. De Doorwerthse (Heelsumse) heide staat op een oude kaart (1756) van Klinkenberg vermeld als Hoog Wolfheeser hey veld. Laag Wolfheesen bestond toen ook al en lag meer ten zuiden van het huidige dorp Wolfheze in het Wildforstergoed aldaar (Omgeving Hotel Wolfheze).

In het Gelders Archief is een pachtovereenkomst uit 1752 te vinden tussen den Heere Willem Grave van Bentinck en bewoner (pachter) Hendrick Willemse Wolven met de handgeschreven beschrijving van het Erf Hoog Wolfheesen. Op het pachtcontract van 22 februari 1752 staat een prachtige opsomming van wat allemaal onder het erf Hoog Wolfheesen viel. Hendrick Willemse Wolven pachtte “een Huis, Gaarden, Berg, 2 Schaape Schotten en een Schaapsdrift. Voorts in Weijland, De Doorn Weijde van 5 mg. En de Weijert bij de Koorn molen. Daarnaast ook nog bouwland gelegen in de Heerlijkheid Doorwerth zoals De Knol kamp, Langen akker, de gansche streek van de beek af en een gedeelte van de schaapsdrift”.

 

Opvallend in deze opsomming is de akker De Knol Kamp (de Knollenkamp) dat in 1739 al bestond als bouwland. Hendrick Willemse had dus niet alleen vee, hij bewerkte ook akkers en had schapen die s ’nachts verbleven in de schaapschotten, oud-Nederlands voor schaapskooien.

De korenmolen (Koorn Molen) wordt ook genoemd door Ir. Nico P.H.J. Roorda van Eysinga. Hij schrijft dat de oude beek, de grachten van het Hof Wolfheze (Stratius Rondeel) heeft gevoed. Deze beek is ook reeds vroeger gebruikt voor het drijven van een bij het Hof behorende korenmolen.[2] Op een kaartje, behorend bij zijn boek, staat aangegeven waar deze molen heeft gestaan. In de beekbeddingen vlakbij het Stratius Rondeel. Ruud Schaafsma heeft een boek geschreven over De Renkumse en Heelsumse beekdalen. Over de korenmolen bij Laag Wolfheze schrijft hij het volgende: “De molenaar moest in 1709 de molen vanwege schulden verkopen. Het ging daarbij om huis, molen, en alle getimmer staende op de gront en water van den heer Valenus Swaen (eigenaar), tot Wolfhees gelegen”. Daarna wordt er niets meer over de molen vermeld.

Vermoedelijk werd de molen in 1718 afgebroken.[3] De wijer lag er nog wel en werd in 1715 verpacht aan Hendrick Willemsen Wolven. Deze Hendrick kennen we inmiddels. Hij was in 1739 pachter van Erf Hoog Wolfhees maar was dus waarschijnlijk al eerder actief op Hoog Wolfhees. Wetende dat hij nog in 1758 nog pachter was, heeft deze Hendrick Willemse vele jaren op Hoog Wolfhees gewoond en gewerkt.

Salomon de More was de Franse rentmeester van kasteel Doorwerth in de tijd van Anton Graaf van Aldenburg.[4] In zijn pachtadministratie uit 1715 staat hierover het volgende;

Henrik Willemsen-Wolven, a Oud Wolfhees. Le méme a loüé la vivier du moulin a bled pour 30 fl.

De pachter moest aan de heer van Doorwerth 30 gulden per jaar betalen voor het recht van het gebruik van het water van de molenvijver.[5] Opmerkelijk is de plaatsaanduiding ‘Oud-Wolfhees’ door Salomon de More. Dit gebied is dichtbij het Wolfhees wat in 1585 werd verwoest door plunderende Spaanse troepen.

[1] Demoed, E.J. Van een groene zoom aan een vaal kleed (1974)

[2] Roorda van Eysinga L.I., Ir Nico P.H.J. De Veluwezoom (1949?)

[3] Schaafsma, Ruud. De Renkumse en Heelsumse beekdalen (2012)

[4] Schaafsma, Ruud. De Renkumse en Heelsumse beekdalen (2012)

[5] Schaafsma, Ruud. De Renkumse en Heelsumse beekdalen (2012)